top of page
  • Ralph Ummelen

De wettelijke klachtplicht bij gebreken


Wanneer de schuldenaar een gebrekkige prestatie levert heeft de schuldeiser de mogelijkheid de schuldenaar aan te spreken op bijvoorbeeld herstel (nakoming) of kan hij - zelfs in geval van overmacht - de overeenkomst geheel of gedeeltelijk ontbinden en de reeds geleverde tegenprestatie (betaling) terugvorderen. Voorwaarde is wel dat de schuldeiser tijdig bij de schuldenaar aan de bel trekt in het geval de geleverde prestatie door de schuldenaar gebrekkig is. Doet de schuldeiser dat niet nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, dan verliest hij zijn rechten c.q. aanspraken ter zake van de geleverde gebrekkige prestatie.


Art 6:89 BW bepaalt immers dat een schuldeiser alle rechten en bevoegdheden in geval van een gebrekkig geleverde prestatie verliest indien hij niet binnen bekwame tijd bij de schuldenaar heeft geprotesteerd (heeft geklaagd).


Van belang is dus dat de schuldeiser de aan hem geleverde prestatie met bekwame spoed onderzoekt teneinde vast te kunnen stellen of de prestatie al dan niet gebrekkig is. Te lang wachten met onderzoek komt dus volledig voor rekening en risico van de schuldeiser. De klachttermijn begint immers te lopen vanaf het moment dat de schuldeiser het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijs had moeten ontdekken. De rechtspraak eist voortvarendheid met het verrichten van onderzoek.


De schuldenaar zal in voorkomende gevallen expliciet een beroep moeten doen op het verzaken van de klachtplicht door de schuldeiser. De rechter is immers niet bevoegd de bepaling ex art. 6:89 BW ambtshalve toe te passen.


Een succesvol beroep op art. 6:89 BW heeft vergaande gevolgen. De schuldeiser heeft zijn recht dan immers verwerkt om de schuldenaar die de gebrekkige prestatie heeft geleverd aan te kunnen spreken. Anders dan bij verjaring gaat, behalve het vorderingsrecht, ook de verbintenis teniet. Er kan dan bijvoorbeeld ook geen beroep meer op verrekening worden gedaan. Bij verjaring kan dat wel. Kortom, zorg ervoor dat je in geval van een gebrekkig geleverde prestatie tijdig bij de schuldenaar aan de bel trekt op straffe van verval van alle rechten en bevoegdheden.


Voor koop geldt een specifieke wettelijke bepaling. De klachtplicht van de koper is geregeld in art. 7:23 BW. Die bepaling heeft dezelfde strekking als art. 6:89 BW. De klachtplicht van de koper speelt bijvoorbeeld bij koop van een woning een voorname rol in geval sprake is van non-conformiteit. Hoe vaak komt het niet voor dat de koper na levering gebreken ontdekt en tot de conclusie komt dat de afgeleverde zaak (woning) niet beantwoordt aan de overeenkomst? De koper mag verwachten dat de woning die eigenschappen bezit die voor een normaal gebruik als woning nodig zijn (art. 7:17 BW). De koper die na ontdekking van een gebrek dat een non-conformiteit levert niet tijdig bij verkoper klaagt, verliest alle rechten en bevoegdheden die hij op grond van de tekortkoming wegens non-conformiteit heeft. Ook bij koop geldt dus weer dat gebreken tijdig moeten worden gemeld om aanspraken wegens tekortkomingen te behouden.


De rechtspraak over de klachtplicht is talrijk en divers. Er bestaat geen concrete termijn waarbinnen moet worden geklaagd. De termijn is uiteindelijk mede afhankelijk van de omstandigheden van het geval. (Te) lang wachten levert het risico van verval van recht!


Heeft u vragen over de klachtplicht in het bijzonder of tekortkomingen en/of non-conformiteit in het algemeen, neem dan gerust vrijblijvend contact met ons op. Wij staan u graag te woord.


Ralph Ummelen, oktober 2023


bottom of page