Op 13 juli 2018 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen inzake overtreding van de zogenaamde Meetinstructie door de (verkopend) makelaar. Makelaars die lid zijn van bijvoorbeeld de NVM of VBO zijn verplicht om bij een aan te bieden woning een netto woonoppervlak te vermelden.
De onderliggende casus was dat een makelaar een onjuiste woonoppervlakte had vermeld. Mede op basis van de aangegeven oppervlakte had de koper de woning gekocht, doch naderhand bleek de dat de woonoppervlakte in werkelijkheid minder was dan de makelaar had aangegeven. De koper stelde vervolgens de makelaar aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad.
De Hoge Raad leert dat een verkopend makelaar die in verkoopinformatie een onjuiste oppervlakte heeft vermeld dat niet met inachtneming van de Meetinstructie is vastgesteld, daarmee in beginsel een onrechtmatige daad jegens de koper pleegt en dus de schade van de koper moet vergoeden. Die onrechtmatigheid ontbreekt echter indien de koper op grond van verklaringen of gedragingen van de makelaar dan wel op grond van andere omstandigheden had behoren te twijfelen aan de juistheid van de opgegeven oppervlakte. De aangesproken makelaar zal feiten en omstandigheden moeten stellen die de koper aanleiding tot twijfel hadden moeten geven. Dat was de makelaar niet gelukt en dus werd hij aansprakelijk geacht. De koper mocht afgaan op de juistheid van zijn mededelingen omtrent oppervlakte.
De makelaar dient zich op grond van het besproken arrest te houden aan de meetinstructie ofwel hij moet de koper aanleiding tot twijfel geven door bijvoorbeeld een uitdrukkelijk voorbehoud te maken aangaande de juistheid van de vermelde oppervlakte.