top of page
  • Ralph Ummelen

Huurwaarborg


Verhuurders bedingen meestal een waarborgsom van de huurder om eventuele gebreken/schade bij oplevering te kunnen dekken. Indien er door huurder correct wordt opgeleverd en/of de geconstateerde schade niet voor rekening van huurder komt (denk aan ouderdom of slijtage) , dan dient de verhuurder de aan het begin van de huurovereenkomst betaalde waarborgsom terug te betalen.

De verhuurder bepaalt in beginsel zelf de hoogte van de waarborgsom. Er zijn geen (wettelijke) regels die de hoogte van de waarborgsom bepalen. Bij woonruimte gaat het meestal om één hooguit twee maanden. De borg mag niet onredelijk hoog zijn. Een door verhuurder bij woonruimte bedongen niet redelijk voordeel is immers nietig (art. 7:264 lid 1 BW). Bij verhuur van bedrijfsruimte wordt vaak een borg van drie maanden of meer bedongen. Wettelijke beperkingen voor de verhuurder van bedrijfsruimte zijn er niet. De hoogte wordt in de praktijk meestal bepaald door het resultaat van de met de kandidaat huurder gevoerde onderhandelingen, een kwestie van vraag en aanbod derhalve. Een te hoge waarborgsom zal een kandidaat huurder afschrikken en doen besluiten af te haken.

Is er bij het einde van de huur door verhuurder aan huurder rente verschuldigd over de waarborgsom? Is er niets geregeld, dan is verhuurder geen rente verschuldigd. In 2014 heeft de rechtbank Noord-Nederland dat in een uitspraak nog eens bevestigd. Als verhuurder mag je ook aanspraak maken op de “burgerlijke vruchten” waartoe ook de rente behoort. (http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBNNE:2014:1339).

Indien huurder over de waarborgsom rente wil ontvangen, zal hij dat moeten overeenkomen met verhuurder. Verhuurder zal in geval een rentevergoeding is overeengekomen de rente over de waarborgsom moeten vergoeden. Is er geen rentepercentage afgesproken, dan geldt de wettelijke rente als de te vergoeden rente.

Neem gerust contact op indien u vragen over dit artikel heeft dan wel andere vragen heeft.


bottom of page