top of page
Ralph Ummelen

Stilzwijgende instemming buitengerechtelijk akkoord


Schuldeiser wordt geacht stilzwijgend te hebben ingestemd met voorstel en betaling schuldenaar overeenkomstig zijn voorstel zonder dat schuldeiser daarop reageert. Gevolg hiervan is dat faillissementsverzoek van de schuldeiser gericht tegen de schuldenaar wordt afgewezen wegens het ontbreken van een bestaand vorderingsrecht. Zo besliste het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden op 23 januari 2017, nadat ook de Rechtbank Midden-Nederland (locatie Utrecht) op 29 november 2016 in eerste aanleg al op gelijke wijze had beslist.

Daar komt nog eens bij dat de schuldeiser misbruik maakte van zijn bevoegdheid ex art. 3:13 lid 2 BW om het faillissement van schuldenaar aan te vragen, nu de schuldeiser met een uiterst geringe vordering – waarvan de helft door de schuldenaar ter uitvoering van het stilzwijgend geaccepteerde akkoord is betaald - geen , althans een te verwaarlozen belang heeft bij het faillissement van de schuldenaar en het faillissement van de schuldenaar de schuldeiser evenmin een voordeel oplevert, terwijl de schuldenaar alle belang heeft om zijn onderneming voort te zetten en dus het faillissement tegen te houden nadat hij met alle overige crediteuren een akkoord heeft getroffen en ook heeft uitgevoerd.

Zelfs al zou de schuldeiser hebben gereageerd op de deelbetaling overeenkomstig het voorstel van de schuldenaar met de mededeling dat een deelbetaling onacceptabel voor hem is, dan nog zou het maar zeer de vraag zijn geweest of zijn faillissementsverzoek zou zijn toegewezen. Ik meen van niet om de eenvoudige reden dat geen sprake meer is van het zogenaamde pluraliteitsvereiste. Om het faillissement van een schuldenaar te kunnen aanvragen zijn tenminste twee schuldeisers nodig en daar ontbreekt het aan gelet op het feit dat de schuldenaar in ieder geval met de overige crediteuren een akkoord heeft bereikt en uitgevoerd. Het vereiste van pluraliteit van schuldeisers als voorwaarde voor het uitspreken van een faillissement is recentelijk nog bevestigd door de Hoge Raad in zijn uitspraak van 24 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:488).

Het arrest van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden d.d. 23 januari 2017 is gepubliceerd in JOR 2017/270 en is ook te vinden op www.rechtspraak.nl ECLI:NL:GHARL:2017:460


bottom of page